Wat hebben de kinderen in onze klas veel fantasie. Daarom beslisten we om zelf een verhaal te schrijven over sint en piet.
Juf gaf de eerste zin van het verhaal :
Sint en piet zijn op het dek van de boot.
Daarna mocht elke leerling van de klas een volgende zin verzinnen. Zo maakten we een leuk verhaal.
De sint zit op slecht-weer-vandaag. Het paard eet een wortel.
Piet klimt langs de schoorsteen van de boot en hij springt
erin.
Piet is nu in de schoorsteen en hij blijft er superlang in.
Hij doet iets wat hij niet mag doen.
Hij doet de schoorsteen kapot met een mes. Sinterklaas
hoorde het en was heel boos.
Zwarte piet verbrandt zijn poep in de schoorsteen. En hij
klimt vlug naar boven.
Sint zei dat hij een ‘vuurrokje’ aan heeft. Sint hees de
vlag omdat er veel wind was.
Hij was boos op piet. Piet zei : ik ga het nooit meer doen.
Mag ik nog mee naar de huizen ?
Ja, je mag mee naar de huizen maar geen schoorstenen kapot
maken. Anders word ik weer boos.
Ze zijn aangekomen in Oostende. Al de kinderen kijken naar
de sint. De sint kwam van de boot en de pieten gooiden pepernoten.
De pieten lopen snel naar het strand. Ze doen hun zwembroek
aan en lopen naar de zee en ze gaan erin.
Eén piet bleef nog over omdat hij vergeten was om zijn bril
aan te doen en hij kon niets meer zien. Hij had niet gezien dat de andere
pieten gaan zwemmen waren.
Jij mag ook zwemmen, zei de sint. Maar ik durf niet, ik ben
bang. Er kan een haai komen.
De sint wist niet dat er nog één piet niet bij was. Dat was
een spiekpiet. Hij was nog op het dak.
De zwempieten zagen een haai. En de haai at alle pieten die
in de zee waren op.
Sint was verdrietig omdat de pieten weg waren. De tranen
waren aan het komen omdat sint echt verdrietig was.
De spiekpiet kwam van het dak en hij klom op de springplank
en hij dook in de zee. Hij vocht met de haai. De haai spuugde alle pieten uit
en de sint was heel gelukkig !